Elke leerling helpen groeien: daar zetten leraren dagelijks op in. De leraar doet ertoe: dat wijst niet enkel onderzoek uit, maar dat ervaart ook elke leraar in de praktijk. Maar wat doet een effectieve leraar dan? Deze vraag ligt aan de basis van effectieve didactiek. Op deze pagina lees je meer over de relatie tussen effectieve didactiek en wetenschap.
Effectieve didactiek is de wetenschap van het geven van onderwijs met een bedoelde, gunstige uitwerking op het leren van de leerling.
Effectieve didactiek vormt een belangrijk speerpunt in het nieuwe leerplan, dat gebaseerd is op een kennisrijk curriculum. Zonder een doordachte en doelgerichte didactische aanpak blijft de beoogde inhoud dode letter. Het is de leraar die, met kennis van zaken, de leerstof tot leven brengt en deze toegankelijk maakt voor alle leerlingen. Tegelijkertijd is sterk klasmanagement onmisbaar: een effectieve leraar is ook een sterke klasmanager die zorgt voor een veilige, gestructureerde leeromgeving. Zo wordt de beschikbare leer- en onderwijstijd maximaal benut in functie van de leerdoelen. Enkel door deze combinatie - effectieve didactiek én sterk klasmanagement - kunnen we streven naar duurzaam sterk onderwijs voor iedereen.
We weten steeds beter hoe leren werkt en welke strategieën leerlingen ondersteunen bij het leren. Dit komt omdat er steeds meer onderzoek wordt gedaan naar effectief onderwijs. Er zijn verscheidene wetenschapsvelden die ons informatie geven over wat werkt in onderwijs. Zo zijn er bijvoorbeeld de cognitieve leerpsychologie, lerareneffectiviteitsstudies en de motivatiepsychologie.
Vanuit de cognitieve leerpsychologie leren we over hoe leerlingen leren en wat wij als leraar kunnen doen om dit leren zo goed mogelijk te ondersteunen. Zo is er bijvoorbeeld de cognitieve belastingstheorie van Sweller. Deze theorie legt uit dat we slechts een beperkt aantal prikkels tegelijk kunnen verwerken en dat ons brein werkt in schema’s. We verbinden nieuwe kennis steeds aan reeds bestaande (kennis)schema’s. Leraren houden best rekening met dit gegeven door voorkennis te activeren, informatie in schema’s te geven, instructie in kleine stapjes op te bouwen, leerstof te herhalen etc. Wat we vanuit dit wetenschapsveld leren, geeft ons dus richting in hoe we leerlingen het best begeleiden.
Daarnaast zijn er ook lerareneffectiviteitsstudies. Deze studies zijn steeds op zoek naar welk leraargedrag en welk handelen van de leraar nu het meeste effect op het leren van de leerling levert. Zo ging Barack Rosenshine bijvoorbeeld samen met zijn team op zoek naar strategieën die sterke leraren consequent inzetten. Zijn team observeerde vele leraren en rubriceerde achteraf wat ze gezien hadden. Daaruit is een lijst ontstaan met 17 effectieve krachtige strategieën/principes voor leraren:
De motivatiepsychologie geeft waardevolle inzichten in wat werkt om leerlingen te motiveren. Veel leraren herkennen dit uit hun eigen praktijkervaring. Wat zij intuïtief aanvoelen, wordt vaak bevestigd door wetenschappelijk onderzoek.
De Self-Determination Theory (SDT) van onder anderen Ryan, Deci, Vansteenkiste en Soenens (2021) biedt een stevige wetenschappelijke basis voor leermotivatie. Volgens deze theorie moeten drie psychologische basisbehoeften worden vervuld om duurzame motivatie te ontwikkelen: autonomy, bounding en competence. Vansteenkiste (2021) vertaalde dit naar het herkenbare ABC van motivatie: Autonomie, verBondenheid en Competentie.
Zo verhoogt keuzevrijheid de motivatie van leerlingen: zelf mogen kiezen geeft hen het gevoel invloed te hebben, wat hun gevoel van Autonomie versterkt. Ook werkt het motiverend wanneer leerlingen een warme en veilige verBondenheid voelen tot hun medeleerlingen en hun leraar. Daarnaast stimuleert zichtbare vooruitgang het gevoel van Competentie — misschien wel de krachtigste drijfveer voor leren?
Als leraren hoeven we gelukkig niet alles zelf te onderzoeken en uit te pluizen. Steeds vaker verschijnen er boeken en artikels die wetenschappelijke inzichten vertalen naar de klaspraktijk. Deze bronnen reiken ons effectieve strategieën of elementen aan die bijdragen aan meer leerwinst bij leerlingen.
Leerpunt speelt hierin een verbindende rol. Het kenniscentrum verzamelt en bundelt inzichten uit (inter)nationaal onderzoek, aangevuld met relevante Vlaamse studies en praktijkvoorbeelden uit onze scholen. Door theorie en praktijk met elkaar te verbinden, stimuleert Leerpunt een evidence-informed aanpak in het onderwijs. Het uiteindelijke doel? Het leerproces van leerlingen versterken met wat aantoonbaar werkt.
Voorbeelden van relevante bronnen: